De Gooilijn is de treinverbinding die het Gooi met Utrecht, Amsterdam en Amersfoort verbindt. Naast jaarlijks leveren van input op de voorgenomen dienstregeling van NS wordt via gezamenlijke lobby en onderzoek ingezet op een goede frequentie van de treinen op deze spoorlijn. Hierop wordt ingezet binnen bovenregionale trajecten zoals OV SAAL, het landelijk OV Toekomstbeeld en GNOE.
In 2021 is een studie uitgevoerd naar verdere optimalisatie van het treinverkeer op de Gooicorridor op het stuk tussen Weesp en Hilversum, en naar verbeteropties inclusief kostenramingen voor aanpak van gelijkvloerse kruisingen bij overwegen in Gooise Meren en Hilversum, uitgevoerd door Movares. Het eindrapport is terug te vinden onder publicaties. Het onderzoek toont aan welke geringe mogelijkheden er nog zijn voor verdere optimalisatie voor het treinverkeer op de Gooicorridor. Hieruit komt naar voren dat de meeste kans op meer ruimte voor personentreinen lukt door het verplaatsen van het goederenvervoer over spoor. Hier kijkt het traject GNOE (Groerenspoor Noord-Oost Europa) naar.
OV-SAAL
Het project OV-SAAL betreft de uitrol van een nieuw wisselbeveiligingssysteem (ERTMS) op het traject Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad. Deze uitrol leidt tot een kortere reistijd naar Amsterdam, waar ook de treinreizigers vanuit de regio Gooi en Vechtstreek van profiteren. De planning was dat de kortere reistijden vanaf 2029 in werking zouden treden. Door technische en financiële redenen heeft de uitrol van ERTMS vertraging opgelopen. Op dit moment is onduidelijk wanneer de ERTMS op het traject SAAL uitgerold wordt.
De komst van ERTMS heeft niet alleen voordelen. Door een nieuwe indeling op het spoornet gaan de intercity’s voortaan allemaal naar Amsterdam Zuid in plaats van Amsterdam Centraal. Hierdoor wordt de reistijd tussen Hilversum – Amsterdam Centraal langer. Om de reistijd vanuit Hilversum naar Amsterdam Centraal te verbeteren, wordt verdere lobby gevoerd vanuit de Regio Gooi en Vechtstreek met partners. Voor meer informatie over ERTMS zie hier en de Raadsinformatiebrief hierover.
